Julien beschrijft zijn dorp.

Ik woon in Nadrin, het is een dorp. Ik woon hier al tien jaar. Ik ben al twee keer verhuisd.
Mijn buurt is rustig en gezellig. Hij is niet druk. Ik ken niet veel mensen in mijn buurt.

Je kunt het Europalia monument bezoeken. 

Er wonen niet veel jongeren in mijn buurt en niet veel klasgenoten.

Ik woon niet ver van een camping en ik heb veel vrienden in de camping. De naam van die camping is "Bellemeuse".

Ik wil niet naar een andere buurt verhuizen.

Op acht maart wordt een groot vuur georganiseerd dat het einde van de winter en het begin van de lente markeert.