Ze ligt op de eerste verdieping.
Ik heb een tweepersoonsbed, maar een enige nachtkastje. Boven is mijn wekker.
Achter mijn bed hangt een foto van mij in prins carnaval.
Aan de muur hangen affiches van voetballers. Drie muren zijn oranje en de vierde is grijs.
Ik heb een raam; ik kan de tuin zien.
Ik heb een houtenplafond.
Ik heb een TV en een playstation. Mijn vrienden komen met mij spelen.
Op mijn bureau staan een computer, een lamp, mijn pennenzak...
Er is een rek vol boeken.
Er staat ook een grote kleerkast met een spiegel.
Ik heb een toffe kamer.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire